Jimenez Landi

Jimenez Landi

Bij de familie Jiménez-Landi werd er al sinds mensenheugenis wijn gemaakt van oude wijnstokken Garnacha. Het was echter in 2004 dat Daniel en José, twee neven, aan hun avontuur begonnen. Ze besloten om de vieilles vignes van hun appellatie, Méntrida, vaak geplant op hellingen en moeilijk bereikbaar, te recupereren en vooral om de Garnacha op topniveau te brengen. Daniel kreeg zijn vorming op de universiteit van Madrid als oenoloog in 2005, maar volgens hem zelf vooral door de vele reizen en bezoeken die hij ondernam naar andere wijngebieden in Frankrijk en andere landen. De vele gesprekken die hij had met andere wijnmakers uit andere landen, deden hem steeds meer beseffen dat hij in zijn geboortestreek iets unieks in handen had. In een paar jaar leerde hij enorm veel bij. Zijn zoektocht naar altijd oude en interessante wijngaarden Garnacha, dreef hem naar andere dorpen van de Sierra de Gredos (dit is het bergmassief ten zuidwesten van Madrid). In 2006 vond hij hier de hoogst gelegen wijngaarden van de appellatie Méntrida in El Real de San Vicente, in de vallei van de Tiétar. Hier zou hij zijn grand crus creëren: Ataulfos, Cantos del Diable, Fin del Mundo (later veranderd in The End door merknaamproblemen). Hij vond ook een topwijngaard in Avila; in het dorp Cebreros maakt hij met Raúl Pérez in 2007 de eerste Reventón. In 2008 richtte hij samen met zijn twee vrienden-oenologen Marc Isart (Bernabeleva) en Fernando García (bodega Marañones) Comando G op, waarbij de G natuurlijk voor Garnacha staat. Ze zoeken samen de hoogste wijngaarden Garnacha in de Sierra de Gredos, waarbij ze gaan tot 1000 en 1200 m hoogte, zowel in de D.O. Vinos de Madrid als sinds 2010 in Avila.  De vinificatie gebeurd enkel met autochtone gisten en steeds met een minimale dosis zwavel. Er worden enkel grote barriques gebruikt van 500 tot 1500 liter en nooit nieuwe eik, tenzij in de basiswijn Bajondillo. Daniel wil vooral tot wijnen komen die evenwichtig zijn, elegant en mineralig; vandaar ook dat er zo weinig mogelijk manipulatie wordt uitgevoerd met de druiven en daarna met de wijnen (nooit pompen). Fermentatie in open grote barriques van Franse eik, met een élevage daarna van 12 à 14 maanden.

Toon meer
filter Filteren
2015 Jimenez Landi Pielago
grape Grenache
28,75 23,76
per pagina

Bij de familie Jiménez-Landi werd er al sinds mensenheugenis wijn gemaakt van oude wijnstokken Garnacha. Het was echter in 2004 dat Daniel en José, twee neven, aan hun avontuur begonnen. Ze besloten om de vieilles vignes van hun appellatie, Méntrida, vaak geplant op hellingen en moeilijk bereikbaar, te recupereren en vooral om de Garnacha op topniveau te brengen. Daniel kreeg zijn vorming op de universiteit van Madrid als oenoloog in 2005, maar volgens hem zelf vooral door de vele reizen en bezoeken die hij ondernam naar andere wijngebieden in Frankrijk en andere landen. De vele gesprekken die hij had met andere wijnmakers uit andere landen, deden hem steeds meer beseffen dat hij in zijn geboortestreek iets unieks in handen had. In een paar jaar leerde hij enorm veel bij. Zijn zoektocht naar altijd oude en interessante wijngaarden Garnacha, dreef hem naar andere dorpen van de Sierra de Gredos (dit is het bergmassief ten zuidwesten van Madrid). In 2006 vond hij hier de hoogst gelegen wijngaarden van de appellatie Méntrida in El Real de San Vicente, in de vallei van de Tiétar. Hier zou hij zijn grand crus creëren: Ataulfos, Cantos del Diable, Fin del Mundo (later veranderd in The End door merknaamproblemen). Hij vond ook een topwijngaard in Avila; in het dorp Cebreros maakt hij met Raúl Pérez in 2007 de eerste Reventón. In 2008 richtte hij samen met zijn twee vrienden-oenologen Marc Isart (Bernabeleva) en Fernando García (bodega Marañones) Comando G op, waarbij de G natuurlijk voor Garnacha staat. Ze zoeken samen de hoogste wijngaarden Garnacha in de Sierra de Gredos, waarbij ze gaan tot 1000 en 1200 m hoogte, zowel in de D.O. Vinos de Madrid als sinds 2010 in Avila.  De vinificatie gebeurd enkel met autochtone gisten en steeds met een minimale dosis zwavel. Er worden enkel grote barriques gebruikt van 500 tot 1500 liter en nooit nieuwe eik, tenzij in de basiswijn Bajondillo. Daniel wil vooral tot wijnen komen die evenwichtig zijn, elegant en mineralig; vandaar ook dat er zo weinig mogelijk manipulatie wordt uitgevoerd met de druiven en daarna met de wijnen (nooit pompen). Fermentatie in open grote barriques van Franse eik, met een élevage daarna van 12 à 14 maanden.