2020 Château Phélan Ségur Magnum

Wijnhuis Château Phélan Ségur is gelegen in Saint-Estèphe. De wijngaard beslaat zo'n 70 hectare met prachtige klei-grind bodem op de heuvels en plateaus van Saint-Estèphe. De percelen bestaan uit 4 grote secties en grenzen aan de wijngaarden van onder meer Châteaux Montrose en Calon Ségur. De plantdichtheid is hoog. De mix van druivenrassen is traditioneel: het getalenteerde duo van de Médoc (58% Cabernet Sauvignon en 39% Merlot) wordt aangevuld met een vleugje Cabernet Franc en Petit Verdot (1,5% van elk).

Cabernet Sauvignon, de koning van de Médoc-druivenrassen, brengt onvergelijkbare kracht en structuur: het is de ruggengraat van de Grand Vin. Merlot straalt een aantrekkelijke rondheid en ongeëvenaarde soepelheid uit. Om de diversiteit te behouden en een vleugje kruiden te brengen, deed Petit Verdot zijn intrede in het wijnhuis in 2015. Het blinkt uit op zwaardere gronden waar klei domineert. Het is een vigneron-variëteit, onstuimig en vereist perfecte controle. Cabernet Franc, die altijd zijn plaats heeft gehad op het Château, is een kostbare troef in de blend, met zijn finesse en bloemige tonen.

De Médoc wordt gekenmerkt door het milde, gematigde zeeklimaat en heeft ideale omstandigheden voor een seizoenscyclus die voldoende duidelijk is om de jaarlijkse groei van de wijnstok te begeleiden en mild genoeg om klimaatextremen te dempen. De wijnstokken van Château Phélan Ségur liggen dicht bij de monding: dit beschermt hen tegen strenge winters en tegen de soms erg hete zomers. De bodem van Saint-Estèphe is zeer complex en daarvan is Château Phélan Ségur een perfecte illustratie. Het bestaat uit een dikke laag grind die een paar honderdduizend jaar geleden door de rivier is afgezet. De kiezels en vooral het grind bedekt met kleizand (kleigrind) vormen het glooiende landschap van een groot deel van Saint-Estèphe.

Historie

Wijnhuis Phélan Ségur, met zijn Ierse roots, werkt al 4 generaties voor meer dan 2 eeuwen vol passie en respect voor het terroir aan het maken van de mooiste wijnen. Aan het einde van de 18e eeuw verliet de jonge Ierse wijnhandelaar Bernard O’Phelan (1770-1841)  zijn geboorteplaats Tipperary, en besloot zich in Bordeaux te vestigen. De stad Bordeaux was toen een belangrijk handelsknooppunt met de Britse eilanden. Tussen de families die de regionale wijnen van elkaar kochten en verkochten werden hechte relaties opgebouwd. Deze banden waren zodanig dat ze leidden tot allianties en zelfs huwelijken, in het bijzonder die van Bernard Phélan met een van de dochters van Daniel Guestier, een bekende koopman op de wijnmarkt van Bordeaux. Geholpen door de ervaring van zijn schoonvader, had hij ook visie gekregen om zijn eigen wijnen te gaan produceren. In 1805 kocht hij Clos de Garramey, gelegen in Saint-Estèphe, en vervolgens in 1810 het landgoed Ségur de Cabanac.

In het midden van een park waarvan de velden uitstrekken tot aan Saint-Estèphe, domineert het kasteel in Palladiaanse stijl de top van een heuvel die uitkijkt op de monding. Bij het ontwerp van het château aarzelden de eigenaren, de familie Phélan, niet om te breken met de architecturale gewoontes van die tijd, om een ​​kasteel te bouwen waarin wijn centraal stond. In plaats van het te ontwerpen als een prestigieus herenhuis, geïsoleerd van de productieactiviteit, gaven ze er de voorkeur aan de vatkamer en de kelder in het hart van het kasteel op te nemen, in een onmiskenbaar prachtig ensemble. Ze waren destijds één van de eersten die hun vatkamer in de “Médoc-stijl” inrichtten.

Na het overlijden van Bernard O’Phelan in 1841 werd het landgoed, dat de gezamenlijke naam Château Ségur de Garramey droeg, overgedragen aan zijn zoon Frank (1820-1883). De laatste, een médocain in hart en nieren, ook al was hij een echte Ier, zou zijn leven toewijden aan het nog verder verbeteren van de faam en de kwaliteit van de wijnen van het wijnhuis. Bovendien werd hij burgemeester van Saint-Estèphe en bleef hij als zodanig 30 jaar op die post. Hij maakte vorderingen binnen de Ierse gemeenschap in Bordeaux, waartoe onder meer de families Johnston, Barton, Clarke en Lynch behoorden. Aan het begin van de 20e eeuw kreeg Château Ségur de Garramey zijn huidige naam Château Phélan Ségur. Een naam die synoniem staat voor klassieke en nobele waarden die op subtiele wijze een gevoel voor innovatie en erfgoed combineert.

De familie Gardinier heeft, na ruim 30 jaar het wijnhuis gerund te hebben, besloten om het stokje over te dragen aan Philippe Van de Vyvere. Deze overname is voor Philippe, die een zeer groot wijnliefhebber is, de vervulling van een van zijn meest gekoesterde dromen.