Wat eet je bij Barolo of Barbaresco?

Bezig met laden... 0 view(s)

Barolo of Barbaresco op tafel? Dan wil je iets wat die power aankan.

Wat eet je bij Barolo wijn?

Barolo is intens, met veel tannines en zuren. Geen wijn voor een lichte salade dus. Denk eerder aan stoofgerechten, wild of stevige pasta's. Een klassieker is brasato al Barolo: rundvlees gestoofd in... juist, Barolo. Perfecte match, want het vlees maakt de tannines zachter. Ook paddenstoelen, vooral eekhoorntjesbrood of truffel, passen goed. De aardse smaken sluiten mooi aan bij de diepte van de wijn.

Wat eet je bij Barbaresco wijn?

Barbaresco is net iets lichter en toegankelijker dan Barolo. Nog steeds serieus spul, maar je hebt wat meer ruimte qua eten. Risotto met paddenstoelen werkt top. Ook geroosterde eend of lamsrack met rozemarijn zijn goede keuzes. Vermijd vis of frisgroene groenten, die botsen vaak met de structuur van de wijn.

Pasta en Barolo of Barbaresco: het kan, als de saus klopt

Geen zin in vlees? Ga dan voor een stevige pastasaus. Tagliatelle met een ragù van wild of porcini bijvoorbeeld. Of agnolotti del plin, die kleine gevulde pastaatjes uit Piemonte. Die zijn traditioneel gevuld met vlees en boter, precies waar Nebbiolo goed op gaat.

Kazen bij Barolo en Barbaresco

Harde kazen doen het beter dan zachte. Probeer eens Parmigiano Reggiano, Castelmagno of een goed gerijpte pecorino. Blauwaderkazen kunnen ook, als er iets zoets bij komt zoals vijgencompote. Dan heb je zout, zoet, umami én Nebbiolo. Mooie combi.

Barolo of Barbaresco en truffel.

Als je witte truffel in huis hebt, is Barolo of Barbaresco een droom. Simpele pasta met boter, Parmezaan en verse truffel erover. Meer heb je niet nodig. De aardse intensiteit van de truffel en de wijn versterken elkaar zonder te overheersen.

Waarom structuur in het eten bij Barolo en Barbaresco?

Bij wijnen als Barolo en Barbaresco draait het niet alleen om smaak, maar ook om structuur. Die stevige tannines en frisse zuren vragen om gerechten die tegenwicht bieden. Dat betekent: vet, eiwitten en diepte. Denk aan langzaam gegaard vlees dat uit elkaar valt op je bord, of een rijke saus die blijft hangen. Zelfs als je iets plantaardigs wilt maken, zoals een linzenstoof of gegrilde aubergine met miso en soja, moet het voldoende body hebben. Het gaat erom dat de wijn iets heeft om zich aan vast te houden. Een lichte hap glijdt gewoon weg naast zo’n geconcentreerde Nebbiolo. Daarom proef je vaak pas hoe goed een Barolo of Barbaresco is, als er ook echt iets op je bord ligt. Het versterkt elkaar. Eten maakt de wijn ronder, de wijn tilt het eten op.

Kortom: ga voor diepe, hartige smaken. Geen lichte gerechten, wel iets met bite. Dan komt die Nebbiolo echt tot zijn recht.