Ribolla Gialla

De Ribolla-druif is een witte wijnvariëteit die op grote schaal wordt aangeplant in de provincie Friuli, in het noordoosten van Italië. Het wordt ook gevonden in Slovenië, dat grenst aan Italië, waar het Rebula wordt genoemd.

De smaakprofielen van de wijnen worden vaak gekenmerkt door een sterke zuurgraad, een vleugje perzik, citrus en wat appeltonen, maar ook een licht bloemig aromatisch profiel. In Friuli zelf presteert de Ribolla Gialla-druif het beste in Colli Orientali en Rosazzo, waar hij vroeger vooral droge witte wijnen produceerde, maar ook mousserende wijnen.

Het wordt meestal gemaakt als ras, maar het kan ook worden gemengd met rassen als Malvasia, Pinot Grigio en Friulano. In Slovenië worden Rebula-mengsels brisko vino genoemd.

Er zijn twee klonen: Ribolla Verde en Ribolla Gialla. De eerste is een groene versie, de tweede een gele variant. Dit laatste komt veel vaker voor, aangezien het expressiever is. De meeste wijnen met het label Ribolla zijn gemaakt van Ribolla Gialla.

De druivensoort heeft een periode van afnemende populariteit in Friuli doorgemaakt - internationale variëteiten hadden de voorkeur tijdens het herplanten na phylloxera, een insect dat de wortels van wijnstokken vernietigt. Wijnbouwers hebben echter opnieuw zijn zeldzame kwaliteiten als inheemse druif omarmd.

De Griekse variëteit Robola wordt lange tijd als hetzelfde ras beschouwd. DNA-onderzoeken eind jaren 2000 toonden echter aan dat het om verschillende variëteiten gaat.

Bovendien is Ribolla Nera niet verwant aan Ribolla. De eerste is eigenlijk een synoniem voor Schioppettino.