2020 Gerard Duplessis Chablis 1er Cru Montee de Tonnerre

De Chablis 1er Cru Montée de Tonnerre van Duplessis heeft een relatief exotisch boeket voor deze wijngaard, met tonen van venkel, bijna menthol, die met de tijd opduiken. De smaak is super goed in balans met frisse zuren, harmonieus in de mond met die hint van menthol die de afdronk opfleurt. Dit is er een om gerust nog 10 jaar weg te leggen en anders in zijn jong jaren decanteren. Een beauty maar zeer schaars.

De wijnmaker van dit familie domein is Lilian Duplessis. Het domein is fraai gelegen aan de serene oevers van de rivier de Serein in het hart van Chablis, grenzend aan Domaine Billaud-Simon. De wijnen worden biodynamisch geteeld en met lage interventie in de wijnmakerij. Duplessis onderneemt een enigszins onorthodoxe benadering van veroudering, waarbij de premier en grand cru's maar liefst zes maanden in RVS verblijft voor de malolactische gisting, gevolgd door zes maanden in eiken vaten (tot 10% nieuw) en vervolgens weer zes maanden terug in roestvrij staal. Op deze manier zorgt hij ervoor dat de tonnen altijd vol zijn, omdat de vorige oogst altijd wordt bewaard en net voor de volgende oogst in een vat wordt overgebracht. 

Chablis is officieel onderdeel van het wijngebied Bourgogne, maar ligt tamelijk geïsoleerd een flink stuk naar het noordoosten toe. Het klimaat is er natter en koeler dan de Bourgogne zelf en dat bepaalt de keuze voor de aanplant van hoofdzakelijk chardonnay. Een sterke, witte druif die ook rijpt in koele gebieden. Maar zelfs met chardonnay is het oppassen geblazen, want de vroege uitlopers lopen in het voorjaar kans te bevriezen. Vandaar dat gebruik wordt gemaakt van nevelinstallaties en kacheltjes in de wijngaarden om dit tegen te gaan. Natuurlijk staat chardonnay ook volop aangeplant in andere delen van de Bourgogne, maar de wijnen uit Chablis hebben een geheel eigen karakter. Ze hebben een minerale smaak met doorgaans een hogere zuurgraad en een aroma dat aan vuursteen of kiezel doet denken. 

Niet alleen het koele klimaat geeft Chablis zijn unieke smaak, maar vooral ook de bijzondere bodem van mariene oorsprong. De wijngaarden liggen op een gesteente dat honderden miljoenen jaren geleden de bodem van de zee was en Kimmeridge wordt genoemd. Het is een mengsel van kalk, klei en fossiele oesterschelpen en werd in het Juratijdperk gevormd door miljarden schelpdieren die op de zeebodem leefden. 

De beste wijngaarden - zeven Grands Crus en enkele tientallen Premiers Crus - zijn op dit type bodem te vinden en liggen rond het stadje Chablis. De Grand Cru-wijngaarden liggen op de zuidwestelijke hellingen van een kalkrijke heuvelrug direct ten noordoosten van de stad. De grootste is Les Clos. De andere zes zijn Preuses, Bougros, Vaudesir, Grenouilles, Valmur en Blanchot. De 'gewone' Chablis is goed voor het overgrote deel van de productie en komt van de vlakkere percelen waar de kalkgrond minder dik is, hoewel de onderlinge verschillen groot zijn. Petit-Chablis komt van de buitengebieden van Chablis en is doorgaans minder karakteristiek van smaak, en bedoeld om jong te drinken.

Naast Chablis, die altijd wit is en gemaakt van chardonnay, wordt er op veel kleinere schaal ook wat rode wijn van pinot noir gemaakt. Die komen op de markt als AOP Bourgogne Pinot Noir of als AOP Bourgogne Irancy, indien ze specifiek uit het gebied rond Irancy komen.